Dat ik bij Atlant terecht zou komen, had ik zelf nooit kunnen bedenken toen ik als kok aan het werk ging in de ‘gewone’ horeca. Ik heb op hoog niveau gekookt o.a. bij sterrenzaak De Leest in Vaassen. Op een gegeven moment kwam ik door privéomstandigheden thuis te zitten en mijn vrouw, die ook bij Atlant werkt, wees mij op een vacature voor kok bij Berkenhove. Ik had nooit verwacht dat mijn keuze voor de zorg zo goed zou uitpakken.
Als echte horecaman ging ik voortvarend van start. Ik wilde de instellingssfeer laten verdwijnen uit het Grand Café bij Berkenhove. We organiseerden wijkdiners, waarbij we voor vijftien euro een drie- of viergangendiner serveerden dat restaurantwaardig was. Al snel zaten we op ruim honderdveertig deelnemers en mensen vertrouwden me na afloop opgetogen toe dat het eten hier net zo goed was als in een gerenommeerd restaurant.
Mensen gaan als ze eenmaal bij ons wonen zelden meer uit eten, dat is best een gemis. Mijn leidinggevende Willem Bongers kwam met het idee om het restaurant naar de mensen toe te brengen. We noemden het project Topkok op Locatie en we schaften een compleet restaurantservies aan. Ik ging naar onze locaties toe, dekte de tafels zoals het hoort en kookte een vier- of vijfgangenmenu à la welk toprestaurant dan ook.
De reacties die ik krijg, raken me diep. Ik herinner me een mevrouw die niet meer communiceerde. Toen ze binnenkwam, keek ze glimlachend naar de chique gedekte tafels, haar handen aaiden zacht over het tafellinnen. Tijdens het eten begon ze tot grote verbazing van de zorg honderduit te vertellen over haar vader, die directeur was. Stralend herinnerde mevrouw zich dat ze vroeger twee keer per week uit eten gingen in luxe restaurants en dat ze hier als klein meisje zo enorm van had genoten. In ‘mijn restaurant’ kwam het gevoel van toen weer boven en daarmee de verhalen en de spraak.
Inmiddels zijn we veel eetprojecten verder en merk ik elke keer weer wat ik met ‘mijn kunstje’ teweeg kan brengen in de zorg. Dat maakt mijn werk extra mooi en intens.